Wednesday, November 14, 2007
Het nieuwe publiceren?
PLoS ONE is een initiatief van de Public Library of Science. Deze stelt zich ten doel zoveel mogelijk nieuwe wetenschappelijke artikelen aan een zo groot mogelijk publiek aan te bieden, gratis. De artikelen zelf worden beschouwd als startpunt. Lezers kunnen de bevindingen annoteren, becommentariëren en bekritiseren. Deze bijdragen worden permanent onderdeel van het originele artikel. Dit proces wordt ook wel eens een “elektronische Talmud” genoemd, waarbij het originele document uitvoerige commentaren krijgt en discussie oplevert zodat er in de tijd een grote toegevoegde waarde ontstaat.
Al vanaf de invoering van het traditionele peer review proces (pas midden 20ste eeuw, met uitzondering van de medische wetenschap), ligt datzelfde systeem onder vuur. Een jury, de peer reviewers, beoordelen elk artikel en bevelen slechts die artikelen aan waarvan zij denken dat het significant en/of nieuw is. Bij veel traditioneel elitaire wetenschappelijke tijdschriften wordt minder dan 10% van de ingediende artikelen ook geaccepteerd (Nature zelfs maar 5%). Veel van de geweigerde artikelen ondernemen een reis naar het einde van de voedselketen om gepubliceerd te worden. Uiteindelijk belanden ze dan in een minder prestigieus (en minder gelezen) special journal.
Anderhalf jaar geleden werd het befaamde tijdschrift Science gedwongen twee papers terug te trekken over stamcelonderzoek. Deze waren aangeleverd door een Zuid-Koreaans team onder leiding van Hwang Woo-Suk. De peer reviewers, maar ook de editor hadden de datafalsificatie, of zoals een college het mild noemde, de datamassage, van de Koreanen, niet opgemerkt.
In het algemeen zullen peer reviewers, meestal zelf wetenschapper en onder tijdsdruk, geen experimenten nabootsen en zullen ze de ruwe data waarop de uiteindelijke bevindingen gebaseerd zijn, niet opvragen. Terwijl peer review het kaft van het koren dient te scheiden, is het vaak traag, duur, subjectief, makkelijk te omzeilen en armoedig in het detecteren van fraude. Alternatieven dienen zich echter aan. Later meer over initiatieven als open peer review en dynamisch peer review.
Nu terug naar PLoS ONE. Hier krijgen artikelen een basis screening. Zij hoeven niet te voldoen aan de kwalificatie “groundbreaking” om gepubliceerd te worden. Een artikel moet voldoen aan de wetenschappelijke grondbeginselen. Het idee is, dat hoe meer valide onderzoek wordt gepubliceerd, hoe beter.
PloS ONE is gelanceerd in december 2006. De auteur wordt 1.250 dollar in rekening gebracht. Dit zou een drempel kunnen zijn, maar, zo stellen de intiatiefnemers, het meeste onderzoek wordt gefinancierd door beurzen, prijzen en grote instituten. De individuele onderzoeker zou hiervan weinig hinder ondervinden. Indien nodig, laat PLoS ONE de prijs echter zakken tot een voor beide acceptabel bedrag.
Het Journal of Visualized Experiments (JoVE) kiest voor een andere benadering, waarbij de mogelijkheden van het Internet worden ingezet om video te gebruiken bij het publiceren van biologische wetenschappelijke bevindingen.
Laboratorium technieken worden steeds gecompliceerder en herbergen zoveel nuances dat het al maar moeilijker wordt dit alles vast te leggen in een geschreven protocol. JoVE gebruikt videobeelden als primair middel om informatie vast te leggen en over te dragen. Korte artikelen, voice overs of onderschriften begeleiden de bewegende beelden. Doel is, zoals de redactie zelf aangeeft “to solve the bottleneck of reproducibility and transparency”. De collectie is nog bescheiden, maar bevat al wel materiaal van topinstituten als Harvard en Yale.
In SciVee, ook wel de YouTube voor de wetenschapper genoemd, treffen we twee soorten content aan: pubcasts en video’s. In pubcasts voorzien wetenschappers hun artikelen van een videopresentatie, waarin ze hun onderzoek nader toelichten. Tekst en beeld staan hier centraal. In video’s is uiteraard enkel sprake van beeld. In beide gevallen is er ruimte voor rating, commentaren en tags. De bijdragen lijken zich te concentreren op medisch- en biomoleculair onderzoek
De initiatiefnemers, waaronder de reeds bovengenoemde Public Library of Science (PLoS) en de National Science Foundation, hopen zo een platvorm, een community, te creëren voor wetenschappers en onderzoekers.
Een vergelijkbaar initiatief, een wetenschappelijk videonetwerk waarin gebruikers video’s kunnen uploaden, ervaringen kunnen delen en ideeën kunnen uitwisselen, is het op de biologie en biochemie gerichte Dnatube.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment